Geschiedenis


Hoewel er verschil van mening bestaat omtrent de oorsprong van de Blauwe Rus, wordt toch algemeen aangenomen dat het ras zijn origine heeft in de omgeving van de Witte Zeehaven Archangelsk in het noordwesten van Rusland.

 

Verder komen er tegenwoordig nog blauwe katten in de natuur voor in het gebied van de Kaukasus in Rusland. Verondersteld wordt, dat handeldrijvende zeelieden rond 1860 vanuit de Noord-Russische havenstad Archangelsk enkele blauwe katten naar Engeland meebrachten.

 

Deze katten onderscheiden zich van de British Blue katten door een langer en slanker gebouwd lichaam en een minder ronde kop. Ze hebben een tamelijk kleine, driehoekige kop met een lang gelaat. Opvallend bij deze Russische katten is echter hun vacht, welke uitzonderlijk dik, kort, zijdeachtig en zilverblauw van kleur is.

 

Vooral over de speciale textuur van de vacht, aangepast aan het in Archangelsk veelal heersende pool klimaat, waren de toenmalige Engelse kattenliefhebbers enthousiast. Ze werden daarom ook wel "Archangel-Blue" genoemd. Kortharige, effen blauwe katten vindt men echter ook in andere streken, met als gevolg dat Russisch Blauw ook wel wordt aangeduid als Maltese Blauwe Kat, Spaanse Blauwe Kat en Uitheems Blauwe Kat.

 

In 1880 verschijnt de Blauwe Rus voor het eerst op tentoonstellingen. Ze werden ondanks aanzienlijke verschillen in dezelfde klasse als het British Blue ras gekeurd. De British Blue viel door zijn pluizige vacht en gedrongen uiterlijk meer in de smaak bij het Britse publiek en de toenmalige keurmeesters. De Blauwe Rus kwam hierdoor in de verdrukking en raakte uit de mode. Pas begin deze eeuw werd het ras door de keurmeester en publiek weer beter gewaardeerd. In 1912 werd eindelijk de beide rassen in de klassen British Blue en Foreign Blue ingedeeld.

 

De Foreign Blue wordt steeds populairder, totdat de tweede wereldoorlog uitbreekt. Dankzij mevrouw Rochford bleven er gelukkig drie fokkatten over in Engeland. Door deze geringe populatie van de Blauwe Rus in Engeland werden er kruisingen met andere rassen gedaan, bijvoorbeeld met Blauwe Siamezen en British Blue. Dit was voor het ras natuurlijk schadelijk, de specifieke kenmerken verdwenen meer en meer. De amberkleurige ogen van de oorspronkelijke Blauwe Rus waren niet langer een kenmerk voor het ras. In 1950 wordt de Britse Standaard van de Blauwe Rus herzien. Onder de Foreign Blue vallen dan "alle soorten effen blauwe Siamezen", die maar weinig gelijkenis vertonen met de originele Russen.

 

In 1965 besluiten enkele Russisch Blauw fokkers dit ras weer zijn oorspronkelijke uiterlijk terug te bezorgen. De Standaard wordt dan opnieuw herzien. In 1967 wordt de Russian Blue Association opgericht. Ook komt in de Standaard de vermelding dat " het Siamese type" ongewenst is.

 

Het meest opvallende kenmerk van de Blauwe Rus is zijn dubbele vacht, die bestaat uit zeer dicht ingeplant kort haar, dat door sommigen vergeleken wordt met de vacht van een jonge zeehond. Deze vacht laat zien dat de Russisch Blauwe Kat van oorsprong uit polaire gebieden komt.

 

De zilverglans wordt veroorzaakt door de boven vacht waarvan de uiteinden van de haren minder gepigmenteerd zijn. De kleur kan variëren van licht-, midden-, of donker blauw. De vacht moet bij een volwassen kat egaal blauw zijn. Bij kittens ziet men vaak tabby-strepen in de vacht. Deze zijn meestal na een jaar volledig verdwenen.

 

Bij de geboorte hebben deze katten blauwe ogen en het kan wel twee jaar duren voordat deze de gewenste groene kleur hebben gekregen.

 

Tekst afkomstig van http://www.russen-nebelungen.nl/